De Oerknal. De Big Bang. Dat associeer ik met een gigantische ontploffing. Een hoop kabaal. Het eerste geluid ooit, hoe zou dat geklonken hebben? Dat vroeg fysicus John G. Cramer van de University of Washington zich ook af. In 2013 reconstrueerde hij het geluid van 13,8 miljard jaar geleden, aan de hand van data van de ESA Planck Space Telescope.
In tegenstelling tot wat ik verwacht had, was de oerknal niet echt een knal. Sterker nog, in feite was er helemaal niets te horen, want er was nog helemaal niets. Er was dus ook geen geluid.
“In feite was er niets te horen, want er was nog niets. Er was dus ook geen geluid.”
De oerknal zelf was dus zonder geluid, maar direct daarna moet het effect van de Big Bang wel waarneembaar zijn geweest. Vrij lang zelf. Niet te bevatten zo lang… Miljoenen jaren dreunde het nog door. De reconstructie van Cramer geeft het geluid weer van vlak na de Big Bang. En vanzelfsprekend in deze context, ‘vlak erna’, dat is een zeer ruim begrip. De 100 seconden representeren de periode van 380.000 tot 760.000 jaar na de oerknal. Verwaarloosbaar op 13,8 miljard jaar, maar bedenk voor het perspectief eens dat de mensheid nog maar 300.000 jaar bestaat.
Het geluid is dus flink versneld afgespeeld. De 480.000 jaar zijn nu even in 100 seconden gepropt. Bovendien zijn de frequenties 10^26 keer hoger afgespeeld, omdat de geluidsgolven anders zo laag zijn dat het menselijk oor het onmogelijk kan horen… Tja, het blijft onvoorstelbare materie.
Je hoort in onderstaand filmpje dat de klank steeds lager wordt. Het heelal breidt uit, dus de golven worden steeds meer uitgerekt en daardoor lager en lager. Het Doppler effect, zoals een brandweerwagen die langs raast.
De oerknal wordt gezien als het beginpunt van tijd en ruimte. Daarom begin ik hier vaak mijn lezingen en workshops over muziek en geluid mee.
Hierbij het filmpje: https://youtu.be/kpchtF6KnMg
(Afbeelding: Tengyart, Unsplash)