Mocht ik ooit een hartoperatie ondergaan, dan wil ik GEEN hartchirurg die gewoon aan het werk is, maar WEL iemand die aan het spelen is.
Spelen is niet per definitie ‘zomaar iets doen’. Als ik piano speel, doe ik ook niet zomaar iets. Zowel de hartchirurg als ik zijn vakmensen, we zijn opgeleid, we hebben jaren ervaring, we hebben fouten gemaakt en daarvan geleerd. Dus die toonladder (of die hechting), die komt echt wel goed. En gaat er toch iets mis, dan lossen we het op. Hoe dan ook.
Daardoor ontstaat er ruimte om te kunnen spelen, om creatief te zijn, om met betere oplossingen komen. Dus laat die chirurgen vooral lekker ‘spelen’ met mijn hart, als dat nodig is.
Een mooie overeenkomst tussen een hartchirurg en een muzikant: “wij raken je hart aan.” De chirurg doet dat letterlijk, de muzikant figuurlijk.
Vandaag sprak ik op de “Hartweek” in het Catharina Ziekenhuis over afstemmen, over timing, over menselijke maat en over passie.